- ECB-BLOG
De Holocaust herdenken, we zijn het de slachtoffers én onszelf schuldig
27 januari 2023
Het hoofdgebouw van de ECB in Frankfurt staat op een plek die verband houdt met de wreedheden van de Holocaust. Op de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust dragen we uit dat tirannie en onrecht door de staat nooit meer de overhand mogen krijgen. Het werken aan eenheid in Europa speelt bij dit streven een grote rol.
Het hoofdgebouw van de ECB in Frankfurt staat op een plek met een geschiedenis. Het is een van de duizenden plaatsen in Duitsland en de rest van Europa waar het Duitse naziregime de moord op miljoenen Joden en andere minderheden liet beginnen. In samenwerking met de gemeente Frankfurt en het Joods Museum van de stad gedenken we de deportaties en de moorden met een monument. Vandaag, 27 januari 2023, op de dag af 78 jaar na de bevrijding van het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz, onthullen we ook een gedenkplaat bij de ingang van het ECB-hoofdgebouw.
In de Tweede Wereldoorlog organiseerden alle grote Duitse steden verzamelplaatsen waar Joodse burgers bijeen werden gedreven om vervolgens te worden gedeporteerd. In Frankfurt was dat de Grossmarkthalle, de groothandelsmarkt voor groente en fruit die tegenwoordig deel uitmaakt van het ECB-hoofdgebouw. In de kelders van de Grossmarkthalle werden meer dan 10.000 Joodse mannen, vrouwen en kinderen door nazibeambten vernederd en beroofd. Daarna werden ze in treinen geperst en op transport gesteld naar getto’s, concentratie- en vernietigingskampen, waar ze werden vermoord. Slechts een klein aantal overleefde.
De Grossmarkthalle, in 1928 ontworpen door architect Martin Elsaesser, was een zeer modern gebouw dat in veel opzichten zijn tijd vooruit was. Het stond in de volksmond bekend als de ‘Gemieskirch’ (Gemüsekirche ofwel groentekerk), omdat groothandelaren er groente en fruit aan winkeliers verkochten. Het stond midden in de wijk Ostend en had uitstekende verbindingen. Ik wijs hierop omdat dit gebouw met zorg is gekozen. De spoorlijnen naar Theresienstadt, Łódź, Minsk, Kaunas, Izbica, Raasiku, Majdanek en Sobibór begonnen hier. Tussen oktober 1941 en september 1942 vertrokken vanuit Frankfurt in totaal tien grote transporten naar concentratie- en vernietigingskampen. Tot 15 maart 1945 vonden bovendien verschillende kleinere transporten naar bijvoorbeeld Auschwitz, Buchenwald en Theresienstadt plaats. Die kleinere transporten vertrokken meestal vanuit het Hauptbahnhof of het Ostbahnhof, dat vlak bij de Grossmarkthalle ligt.
Speciaal voor die transporten huurde de Gestapo ruimten in de kelders van de Grossmarkthalle van de gemeente Frankfurt, voor een paar dagen, precies lang genoeg om de transporten uit te voeren. Ondertussen ging de verkoop van groente en fruit op de begane grond gewoon door. De Grossmarkthalle was dus in feite in hoge mate openbaar. De deportatie van de Joden, net als hun ontrechting en onderdrukking in de jaren ervoor, voltrok zich niet in het geheim. Op hun weg vanuit de binnenstad werden de slachtoffers door omstanders vaak uitgejouwd. Eenmaal in de Grossmarkthalle aangekomen moesten ze hun waardevolle spullen en huissleutels inleveren. Dat was maar een van de vele vernederende stappen in dit mensonterende proces. Alsof hun beproeving nog niet bitter genoeg was, moesten de slachtoffers ook nog zelf betalen voor hun treinreis naar het getto of het kamp. Vervolgens werden ze ofwel meteen in een trein geperst of ze moesten de nacht in de kelder doorbrengen, in vreselijke omstandigheden. Het monument in en om de ECB besteedt aandacht aan deze gruwelijke lijdensweg.
Vandaag, bij de onthulling van onze gedenkplaat, had ik het voorrecht Edith Erbricht te ontmoeten. Edith werd op last van de nazi’s op zevenjarige leeftijd gedeporteerd, samen met haar vader en zuster. Dat was op 14 februari 1945, minder dan drie maanden voor het einde van de oorlog, en dat heeft haar leven gered. Haar moeder, die niet Joods was, mocht niet met de rest van het gezin mee. Ediths grootvader kwam in het kamp om, maar zij kon met haar vader en zus naar haar moeder terugkeren. Zij waren echter uitzonderingen: slechts een paar van de ruim 10.000 gedeporteerden overleefden de kampen. Dat deel van Ediths levensverhaal mag diepzwart zijn, het vervolg is hoopgevend. Ze bleef met haar familie in Frankfurt, werkte hier, trouwde en stond midden in het leven. Een paar jaar geleden is ze begonnen haar verhaal te vertellen op scholen en bij openbare evenementen. Ze heeft dat ook voor ons al vele malen gedaan, en ik ben dan ook trots en dankbaar dat Edith Erbrich intussen een vriendin van de ECB is geworden.
Waarom is herdenken zo belangrijk voor ons? We zijn het de slachtoffers schuldig, maar ook onszelf. Tirannie en onrecht door de staat mogen nooit de overhand krijgen. Toch bestaan ze nog steeds. Ook nu nog zijn er overheden die hun wil met geweld proberen op te leggen en daarbij niet terugschrikken voor massamoord en genocide.
Dat het hoofdgebouw van de ECB staat op een plek waar zich groot leed en wreedheden hebben afgespeeld is pijnlijk, maar het maakt onze missie nog relevanter. De Europese Unie is immers een antwoord op de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. In wezen is de EU een vredesproject dat moet voorkomen dat we elkaar ooit weer zulke verschrikkingen aandoen. Dat voornemen komt concreet tot uiting in ons streven naar een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, een verbond dat onze politieke en economische stabiliteit waarborgt. De taak van de ECB, het beheren van onze gemeenschappelijke munt, de euro, is daar een belangrijk onderdeel van.
De Europese Unie is een vreedzame gemeenschap gebaseerd op gemeenschappelijke waarden: de waardigheid van ieder mens, respect voor mensenrechten, vrijheid, democratie en de rechtstaat. Het behoud daarvan is waar wij uiteindelijk voor werken. Dat is onze bijdrage aan ‘nooit meer’.
Aanmelden voor het ECB-blog