- VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID
PERSCONFERENTIE
Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB
Frankfurt am Main, 15 juni 2023
Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.
De inflatie is gedaald, maar zal volgens de projecties nog te lang te hoog blijven. We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie tijdig terugkeert naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn. De Raad van Bestuur heeft daarom vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verhogen.
De renteverhoging van vandaag vloeit voort uit onze geactualiseerde beoordeling van de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. Volgens de macro-economische projecties van juni verwachten de medewerkers van het Eurosysteem dat de totale inflatie uitkomt op gemiddeld 5,4% in 2023, 3,0% in 2024 en 2,2% in 2025. De indicatoren van de onderliggende prijsdruk blijven sterk, hoewel sommige ervan voorzichtige tekenen van afzwakking laten zien. De medewerkers hebben hun projecties voor de inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen naar boven toe bijgesteld, vooral voor dit en volgend jaar, vanwege eerdere verrassende stijgingen en de gevolgen van de robuuste arbeidsmarkt voor het tempo van de desinflatie. Ze gaan er nu vanuit dat de inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen 5,1% bedraagt in 2023, voordat deze daalt naar 3,0% in 2024 en 2,3% in 2025. De medewerkers hebben hun projecties voor de economische groei voor dit en volgend jaar licht naar beneden toe bijgesteld. Ze verwachten nu dat de economie met 0,9% groeit in 2023, met 1,5% in 2024 en met 1,6% in 2025.
Tegelijkertijd werken onze eerdere renteverhogingen krachtig door in de financieringsvoorwaarden en ze beginnen geleidelijk aan effect te sorteren in de hele economie. De leenkosten zijn sterk gestegen en de groei van de kredietverlening neemt af. De krappere financieringsvoorwaarden vormen de belangrijkste reden waarom de inflatie volgens de projecties verder zal dalen naar onze doelstelling, aangezien ze naar verwachting de vraag in toenemende mate zullen temperen.
Onze toekomstige besluiten zullen ervoor zorgen dat de basisrentetarieven van de ECB een niveau bereiken dat restrictief genoeg is om de inflatie tijdig terug te brengen naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn, en dat dit niveau zo lang als nodig wordt aangehouden. We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het passende niveau en de duur van de verkrapping te bepalen. Onze rentebesluiten zullen in het bijzonder gebaseerd blijven op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.
De Raad van Bestuur bevestigt dat met ingang van juli 2023 de herinvesteringen krachtens het programma voor de aankoop van activa zullen worden beëindigd.
De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.
Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.
Economische bedrijvigheid
De economie van het eurogebied is de afgelopen maanden gestagneerd. Net als in het vierde kwartaal van vorig jaar kromp deze in het eerste kwartaal van 2023 met 0,1% tegen een achtergrond van dalende particuliere en overheidsconsumptie. De economische groei zal op korte termijn naar verwachting zwak blijven, maar in de loop van het jaar aantrekken, zodra de inflatie naar beneden gaat en verstoringen in de toelevering verder afnemen. De omstandigheden in de verschillende sectoren van de economie zijn niet gelijk: de verwerkende industrie blijft afzwakken, deels als gevolg van de lagere wereldwijde vraag en krappere financieringsvoorwaarden in het eurogebied, terwijl de dienstensector nog altijd veerkrachtig is.
De arbeidsmarkt blijft een sterke factor. In het eerste kwartaal van het jaar kwamen er bijna een miljoen nieuwe banen bij en de werkloosheid was in april met 6,5% historisch laag. Het gemiddeld aantal gewerkte uren is ook toegenomen, hoewel het nog steeds enigszins lager is dan voor de pandemie.
Naarmate de energiecrisis minder acuut wordt, moeten overheden hun steunmaatregelen snel en op een gecoördineerde manier terugschroeven om te voorkomen dat de inflatiedruk op middellange termijn wordt opgedreven, wat een sterkere reactie van het monetair beleid noodzakelijk zou maken. Het begrotingsbeleid moet erop gericht zijn onze economie productiever te maken en de hoge overheidsschuld geleidelijk aan te verminderen. Maatregelen om de aanbodcapaciteit van het eurogebied te vergroten, met name in de energiesector, kunnen de prijsdruk op middellange termijn ook verminderen. De hervorming van het EU-kader voor economische governance moet binnenkort worden afgerond.
Inflatie
Volgens de flashraming van Eurostat is de inflatie in mei verder gedaald naar 6,1%, van 7,0% in april. De daling was breedgedragen. De energieprijsinflatie, die in april was gestegen, knoopte opnieuw aan bij de dalende trend en was in mei negatief. De voedselprijsinflatie daalde wederom maar bleef met 12,5% hoog.
De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen nam in mei voor de tweede maand op rij af, tot 5,3%, van 5,6% in april. De goedereninflatie daalde verder naar 5,8%, van 6,2% in april. Voor het eerst in enkele maanden daalde de diensteninflatie, van 5,2% naar 5,0%. De indicatoren van de onderliggende prijsdruk blijven sterk, hoewel sommige ervan voorzichtige tekenen van afzwakking laten zien.
De eerdere verhogingen van de energiekosten drijven de prijzen nog steeds op in de hele economie. En ook de inhaalvraag na de heropening van de economie blijft de inflatie aanjagen, vooral in de dienstensector. De loondruk, die weliswaar deels het gevolg is van eenmalige vergoedingen, begint een toenemende factor van betekenis te worden voor de inflatie. De loonsom per werknemer steeg in het eerste kwartaal van het jaar met 5,2% en de contractlonen met 4,3%. Bovendien zijn bedrijven in sommige sectoren erin geslaagd hun winst relatief hoog te houden, vooral waar de vraag groter is dan het aanbod. Hoewel de meeste maatstaven van de inflatieverwachtingen voor de langere termijn momenteel circa 2% bedragen, blijven sommige indicatoren hoog en deze moeten nauwlettend worden gevolgd.
Beoordeling van risico's
De vooruitzichten voor de economische groei en de inflatie blijven hoogst onzeker. Neerwaartse risico's voor de groei zijn onder meer de ongerechtvaardigde Russische oorlog tegen Oekraïne en een toename van de bredere geopolitieke spanningen, die kunnen leiden tot fragmentatie bij de mondiale handel en zo de economie van het eurogebied kunnen afremmen. De groei kan ook vertragen als de effecten van ons monetair beleid sterker zijn dan verwacht. Nieuwe spanningen op de financiële markten kunnen de financieringsvoorwaarden nog sterker dan voorzien verkrappen en het vertrouwen aantasten. Ook zwakkere groei van de wereldeconomie kan de economische bedrijvigheid in het eurogebied verder temperen. De groei kan echter hoger uitvallen dan verwacht als mensen en bedrijven meer vertrouwen krijgen en meer gaan uitgeven door de sterke arbeidsmarkt en de afnemende onzekerheid.
Opwaartse inflatierisico’s zijn de mogelijke nieuwe opwaartse druk op de kosten van energie en voeding, ook in verband met de oorlog van Rusland tegen Oekraïne. Ook een blijvende toename van de inflatieverwachtingen boven onze doelstelling of hoger dan verwachte loonstijgingen en winstmarges kunnen de inflatie verder doen stijgen, ook op de middellange termijn. Recente loonakkoorden in een aantal landen hebben de opwaartse risico's voor de inflatie vergroot. Nieuwe spanningen op de financiële markten kunnen de inflatie dan weer sneller naar beneden brengen dan voorzien. Een zwakkere vraag, bijvoorbeeld als gevolg van een sterkere transmissie van het monetair beleid, kan ook leiden tot een lagere prijsdruk, vooral op middellange termijn. Daarnaast kan de inflatie sneller teruglopen als de dalende energieprijzen en geringere stijgingen van de voedselprijzen sneller dan momenteel voorzien doorwerken in andere goederen en diensten.
Financiële en monetaire omstandigheden
Onze verkrapping van het monetair beleid blijft doorwerken in de risicovrije rentetarieven en de ruimere financieringsvoorwaarden. De financieringsvoorwaarden voor banken zijn aangescherpt en krediet wordt duurder voor bedrijven en huishoudens. In april hebben de rentetarieven hun hoogste niveau in meer dan tien jaar bereikt, namelijk 4,4% voor bedrijfskredieten en 3,4% voor hypotheken.
Deze hogere rentetarieven, in combinatie met de strengere kredietvoorwaarden en de lagere vraag naar leningen, hebben de kredietgroei verder vertraagd. De groei van de bedrijfskredieten op jaarbasis is in april opnieuw teruggelopen, tot 4,6%. De gemiddelde veranderingen op maandbasis zijn sinds november negatief. De leningen aan huishoudens zijn in april met 2,5% op jaarbasis toegenomen en slechts marginaal gestegen op maandbasis. De zwakke bankkredieten en de afname van de balans van het Eurosysteem hebben geleid tot een aanhoudende daling van de twaalfmaands groei van het ruime monetaire aggregaat, tot 1,9% in april. De maand-op-maandveranderingen van de ruime geldhoeveelheid zijn sinds december negatief.
Conform onze strategie voor het monetair beleid heeft de Raad van Bestuur de samenhang tussen monetair beleid en financiële stabiliteit grondig beoordeeld. De vooruitzichten voor de financiële stabiliteit zijn sinds onze laatste evaluatie in december 2022 uitdagend gebleven. Krappere financieringsvoorwaarden verhogen de financieringskosten voor banken en het kredietrisico van uitstaande leningen. In combinatie met de recente spanningen in het bankwezen in de VS kunnen deze factoren aanleiding geven tot systeemstress en de economische groei op korte termijn verminderen. Een andere factor die de weerbaarheid van de financiële sector onder druk zet, is een baisse op de vastgoedmarkten, die versterkt kan worden door hogere leenkosten en een toename van de werkloosheid. Tegelijkertijd beschikken de banken in het eurogebied over een sterke kapitaal- en liquiditeitspositie, die deze risico’s voor de financiële stabiliteit tempert. Het macroprudentieel beleid blijft de eerste verdedigingslinie tegen de opbouw van financiële kwetsbaarheden.
Conclusie
De inflatie is gedaald, maar zal volgens de projecties nog te lang te hoog blijven. De Raad van Bestuur heeft vandaag dan ook besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verhogen, gezien onze vastbeslotenheid om de inflatie tijdig terug te brengen naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn.
Onze toekomstige besluiten zullen ervoor zorgen dat de basisrentetarieven van de ECB een niveau bereiken dat restrictief genoeg is om de inflatie tijdig terug te brengen naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn, en dat dit niveau zo lang als nodig wordt aangehouden. We blijven een op data gebaseerde benadering volgen om het passende niveau en de duur van de verkrapping te bepalen. Onze rentebesluiten zullen in het bijzonder gebaseerd blijven op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.
We staan in elk geval klaar om alle instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie terugkeert naar onze doelstelling op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven.
We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- [email protected]
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media