- VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID
PERSCONFERENTIE
Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB
Frankfurt am Main, 3 februari 2022
Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.
Het economisch herstel in het eurogebied houdt aan en de situatie op de arbeidsmarkt verbetert verder, geholpen door ruime beleidssteun. Maar de groei blijft in het eerste kwartaal waarschijnlijk gematigd, doordat de huidige golf van de pandemie de economische bedrijvigheid nog altijd drukt. Tekorten aan materiaal, uitrusting en arbeidskrachten belemmeren nog steeds de output in sommige sectoren. De hoge energiekosten tasten de inkomens aan en zullen waarschijnlijk de bestedingen temperen. De impact op de economie vermindert echter bij elke golf van de pandemie en de factoren die de productie en de consumptie belemmeren, zouden geleidelijk moeten afnemen, waardoor de economie in de loop van het jaar opnieuw sterk zou kunnen aantrekken.
De inflatie is de afgelopen maanden scherp toegenomen en heeft in januari opnieuw een opwaartse verrassing laten noteren. Dat heeft voornamelijk te maken met hogere energiekosten die de prijzen in veel sectoren opdrijven, evenals met hogere voedselprijzen. Waarschijnlijk blijft de inflatie langer hoog dan eerder verwacht, maar neemt ze in de loop van dit jaar af.
De Raad van Bestuur heeft de beslissingen van de monetairbeleidsvergadering van december 2021 dan ook bevestigd, zoals uiteengezet in het persbericht dat vandaag om 13.45 uur is gepubliceerd. De komende kwartalen blijven we het tempo van onze activa-aankopen dus stap voor stap verminderen en eind maart beëindigen we de nettoaankopen krachtens het noodaankoopprogramma in verband met de pandemie (pandemic emergency purchase programme – PEPP). Gezien de huidige onzekerheid moeten we meer dan ooit flexibiliteit en optionaliteit handhaven bij de uitvoering van het monetair beleid. De Raad van Bestuur staat klaar om al zijn instrumenten zo nodig aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich op middellange termijn op zijn doelstelling van twee procent stabiliseert.
Ik zal nu onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie nader toelichten en vervolgens ingaan op onze inschatting van de financiële en monetaire omstandigheden.
Economische bedrijvigheid
De economische groei is in het laatste kwartaal van vorig jaar verzwakt tot 0,3 procent. Niettemin heeft de output eind 2021 het peil van vóór de pandemie bereikt. De economische bedrijvigheid en de vraag blijven in het eerste deel van dit jaar waarschijnlijk gematigd, om verschillende redenen. Ten eerste treffen de beheersingsmaatregelen de consumentendiensten, met name reizen, toerisme, horeca en entertainment. De besmettingsaantallen blijven zeer hoog, maar de pandemie blijkt nu minder schade toe te brengen aan het economische leven. Ten tweede verminderen de hoge energiekosten de koopkracht van huishoudens en de winsten van bedrijven, wat de consumptie en investeringen afremt. Ten derde blijven tekorten aan uitrusting, materiaal en arbeidskrachten in sommige sectoren de productie in de verwerkende industrie belemmeren, voor vertraging zorgen in de bouwnijverheid en het herstel in delen van de dienstensector afremmen. Er zijn tekenen dat deze knelpunten kunnen gaan afnemen, maar ze zullen nog enige tijd aanhouden.
Op iets langere termijn zou de groei in de loop van 2022 sterk moeten opveren, onder impuls van robuuste binnenlandse vraag. Aangezien de arbeidsmarkt verder verbetert, meer mensen aan het werk zijn en minder vaak gebruikgemaakt wordt van regelingen voor het behoud van arbeidsplaatsen, zouden de huishoudens hun inkomen moeten zien stijgen en meer uitgeven. Ook het mondiale herstel en de lopende budgettaire en monetairbeleidssteun dragen aan deze positieve vooruitzichten bij. Gerichte en productiviteitsverhogende begrotingsmaatregelen en structurele hervormingen, afgestemd op de omstandigheden in verschillende landen van het eurogebied, blijven cruciaal om ons monetair beleid doeltreffend aan te vullen.
Inflatie
De inflatie is in januari tot 5,1 procent gestegen, tegen 5,0 procent in december 2021, en blijft in de nabije toekomst waarschijnlijk hoog. De energieprijzen blijven de belangrijkste reden voor de hoge inflatie. De directe impact van deze prijzen was verantwoordelijk voor ruim de helft van de totale inflatie in januari en de energiekosten drijven ook de prijzen in veel sectoren op. Ook de voedselprijzen zijn gestegen. Dit hing samen met seizoenfactoren, hoge transportkosten en duurdere meststoffen. Bovendien zijn de prijsstijgingen steeds meer wijdverspreid, waarbij de prijzen van een groot aantal goederen en diensten duidelijk zijn opgelopen. De meeste maatstaven van de onderliggende inflatie zijn de afgelopen maanden gestegen, hoewel de rol van tijdelijke, met de pandemie samenhangende factoren betekent dat het onduidelijk blijft of deze stijgingen zullen aanhouden. Marktindicatoren wijzen op een matiging in de dynamiek van de energieprijzen in de loop van 2022 en ook de prijsdruk in verband met de mondiale knelpunten in toeleveringsketens zou moeten afnemen.
De situatie op de arbeidsmarkt laat een verdere verbetering zien, hoewel de loongroei al met al gematigd blijft. De economie zal weer op volle capaciteit gaan draaien, hetgeen na verloop van tijd een snellere loongroei zou moeten ondersteunen. Sinds onze vorige monetairbeleidsvergadering zijn de op marktgegevens gebaseerde maatstaven van de inflatieverwachtingen op langere termijn globaal stabiel gebleven op net onder de twee procent. De jongste op enquêtes gebaseerde maatstaven bedragen circa twee procent. Deze factoren zullen ook verder bijdragen aan de onderliggende inflatie en zullen helpen de totale inflatie duurzaam op onze doelstelling van twee procent te laten uitkomen.
Beoordeling van risico's
Naar ons oordeel blijven de risico's voor de economische vooruitzichten op middellange termijn globaal in evenwicht. De economie zou het beter kunnen doen dan verwacht als huishoudens meer vertrouwen krijgen en minder sparen dan verwacht. Aan de andere kant zijn de geopolitieke spanningen opgelopen, ook al zijn de met de pandemie samenhangende onzekerheden enigszins afgenomen. Bovendien kunnen aanhoudend hoge energiekosten de consumptie en investeringen sterker dan verwacht afremmen. Het tempo waarin de toeleveringsknelpunten worden opgelost vormt een aanvullend risico voor de groei- en inflatievooruitzichten. Vergeleken met onze verwachtingen in december, zijn de risico's voor de inflatievooruitzichten opwaarts gericht, met name op korte termijn. De inflatie zou hoger kunnen uitvallen als prijsdruk uitmondt in hoger dan verwachte loonstijgingen of als de economie sneller weer op volle capaciteit werkt.
Financiële en monetaire omstandigheden
Sinds onze vergadering van december zijn de marktrentes gestegen. De financieringskosten voor banken zijn echter tot dusver beperkt gebleven. De bancaire leentarieven voor bedrijven en huishoudens zijn nog steeds historisch laag en de financieringssituatie voor de economie blijft gunstig. De kredietverlening aan bedrijven is gestegen, zowel wat betreft korte- als langetermijnleningen. De krachtige vraag naar hypotheken ondersteunt de kredietverlening aan huishoudens. Banken zijn nu net zo winstgevend als vóór de pandemie en hun balans blijft sterk.
Volgens onze laatste jaarlijkse enquête naar de bancaire kredietverlening is de kredietvraag van bedrijven sterk toegenomen in het laatste kwartaal van 2021. Deze vraag werd aangewakkerd door zowel een grotere behoefte aan werkkapitaal in verband met toeleveringsknelpunten als de toegenomen financieringsbehoefte ten behoeve van investeringen op langere termijn. Bovendien blijven de banken al met al gunstig tegen hun kredietrisico's aankijken, voornamelijk in het licht van hun positieve inschatting van de economische vooruitzichten.
Conclusie
Samengevat zet het herstel van de economie in het eurogebied door, maar de groei blijft in het eerste kwartaal naar verwachting gematigd. Hoewel de inflatievooruitzichten onzeker zijn, is het waarschijnlijk dat de inflatie langer hoog blijft dan eerder verwacht, maar in de loop van dit jaar afneemt. We blijven alert op binnenkomende gegevens en zullen de gevolgen voor de inflatievooruitzichten op middellange termijn zorgvuldig beoordelen. We staan klaar om al onze instrumenten zo nodig aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich op middellange termijn op onze doelstelling van twee procent stabiliseert.
We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- [email protected]
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media