Inleidende Verklaring
Mario Draghi, President van de ECB,
Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB,
Frankfurt am Main, 3 december 2015
Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom bij onze persconferentie. We zullen nu verslag doen van de vergadering van de Raad van Bestuur van vandaag, die tevens werd bijgewoond door de Vice-Voorzitter van de Commissie, de heer Dombrovskis.
Op basis van onze reguliere economische en monetaire analyses hebben wij vandaag een grondige beoordeling gemaakt van de kracht en hardnekkigheid van de factoren die momenteel de terugkeer van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn vertragen, en hebben wij de mate van monetaire accommodatie heronderzocht. Als uitkomst daarvan heeft de Raad van Bestuur, om zijn prijsstabiliteitsdoelstelling te verwezenlijken, de volgende beslissingen genomen:
Ten eerste hebben wij, wat betreft de basisrentetarieven van de ECB, besloten het rentetarief voor de depositofaciliteit met 10 basispunten te verlagen naar -0,30%. Het rentetarief voor de basisherfinancieringstransacties en het rentetarief voor de marginale beleningsfaciliteit blijven onveranderd op hun huidige niveau van respectievelijk 0,05% en 0,30%.
Ten tweede hebben wij, wat betreft de bijzondere monetairbeleidsmaatregelen, besloten het programma voor de aankoop van activa ("asset purchase programme" ofwel APP) te verlengen. Het voornemen is nu met de maandelijkse aankopen van €60 miljard door te gaan tot eind maart 2017 of, indien nodig, langer – en in ieder geval totdat de Raad van Bestuur bewijs ziet van een aanhoudende verandering in het beloop van de inflatie die in overeenstemming is met onze doelstelling op de middellange termijn een inflatiecijfer onder maar dicht bij 2% te verwezenlijken.
Ten derde hebben wij besloten zo lang als nodig de hoofdsomaflossingsbetalingen van de in het kader van het APP aangekochte waardepapieren bij hun vervallen te herinvesteren. Dit zal bijdragen aan zowel gunstige liquiditeitsvoorwaarden als aan een passende monetairbeleidskoers, De technische details zullen te zijner tijd worden bekendgemaakt.
Ten vierde hebben wij besloten om in het programma voor de aankoop van door de overheidssector uitgegeven waardepapieren in euro luidende verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door regionale of lagere overheden die zijn gevestigd in het eurogebied, op te nemen op de lijst van activa die in aanmerking komen voor reguliere aankopen door de respectieve nationale centrale banken.
Ten vijfde hebben wij besloten de basisherfinancieringstransacties en de driemaands langerlopende herfinancieringstransacties zo lang als noodzakelijk, maar ten minste tot het einde van de laatste reserve-aanhoudingsperiode van 2017, te blijven uitvoeren als vasterentetenders met volledige toewijzing.
De beslissingen van vandaag zijn genomen om een terugkeer van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% te waarborgen, en aldus de middellangetermijninflatieverwachtingen te verankeren. In de meest recente projecties door medewerkers zijn de gunstige financiëlemarktontwikkelingen na onze laatste monetairbeleidsvergadering, meegenomen. Deze projecties wijzen nog steeds op aanhoudende neerwaartse risico's voor de vooruitzichten voor de inflatie en op een enigszins zwakkere inflatiedynamiek dan eerder werd verwacht. Dit volgt op neerwaartse bijstellingen in eerdere projectieronden. De hardnekkigheid van de lage inflatie is het gevolg van omvangrijke economische slapte die op de binnenlandse prijsdruk weegt en van tegenwind uit de externe omgeving.
Onze nieuwe maatregelen zullen zorgen voor accommoderende financiële voorwaarden en voor verdere versterking van de aanzienlijke verruimingsinvloed van de sinds juni 2014 genomen maatregelen, die een aanzienlijke positieve uitwerking hebben gehad op de financieringsvoorwaarden, de kredietverstrekking en de reële economie. De vandaag genomen beslissingen versterken tevens de kracht van het economisch herstel in het eurogebied en verstevigen de bestendigheid ervan tegen de recente mondiale economische schokken. De Raad van Bestuur zal de ontwikkeling van de vooruitzichten voor de prijsstabiliteit nauwlettend volgen en is, indien nodig, bereid en in staat handelend op te treden door gebruik te maken van alle binnen zijn mandaat ter beschikking staande instrumenten om een passende mate van monetaire accommodatie te handhaven. Met name herinnert de Raad van Bestuur eraan dat het APP voldoende flexibiliteit biedt om de omvang, samenstelling en looptijd ervan te kunnen aanpassen.
Laat ik nu gedetailleerder ingaan op onze beoordeling, te beginnen met de economische analyse. In het derde kwartaal van 2015 steeg het reële bbp van het eurogebied kwartaal-op-kwartaal met 0,3%, na een stijging van 0,4% in het voorgaande kwartaal, het meest waarschijnlijk ten gevolge van een aanhoudend positieve bijdrage van de consumptie naast meer gematigde ontwikkelingen in de investeringen en de uitvoer. De meest recente op enquêtes gebaseerde indicatoren geven aan dat het reële bbp in het laatste kwartaal van het jaar zal blijven groeien. Vooruitblikkend, verwachten wij dat het economisch herstel zal aanhouden. De binnenlandse vraag zou verder moeten worden ondersteund door onze monetairbeleidsmaatregelen en de gunstige invloed daarvan op de financiële condities, en door de eerdere vooruitgang die is geboekt met begrotingsconsolidatie en structurele hervormingen. Daarnaast zou de lage olieprijs steun moeten geven aan het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens en de winstgevendheid van bedrijven en, aldus, aan de particuliere consumptie en de investeringen. Voorts is het waarschijnlijk dat de overheidsuitgaven in enkele delen van het eurogebied zullen stijgen ten gevolge van maatregelen ter ondersteuning van vluchtelingen. Het economisch herstel in het eurogebied blijft echter worden getemperd door zwakke groeivooruitzichten in de opkomende markten en door een gematigde wereldhandel, de noodzakelijke balansaanpassingen in een aantal sectoren en het trage tempo van de tenuitvoerlegging van structurele hervormingen
Dit beeld komt in grote lijnen naar voren uit de in december 2015 door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde macro-economische projecties voor het eurogebied, die voor 2015 een stijging van het reële bbp op jaarbasis voorzien van 1,5%, van 1,7% voor 2016 en van 1,9% voor 2017. Vergeleken met de door medewerkers van de ECB in september 2015 samengestelde macro-economische projecties, zijn de vooruitzichten voor de reële bbp-groei globaal genomen onveranderd.
De risico's voor de vooruitzichten voor de groei van het eurogebied houden met name verband met de toegenomen onzekerheid ten aanzien van de ontwikkelingen in de wereldeconomie en met bredere geopolitieke risico's. Deze risico's zouden mogelijkerwijs druk kunnen uitoefenen op de mondiale groei en de buitenlandse vraag naar goederen en diensten uit het eurogebied, en op het vertrouwen in bredere zin.
Volgens de voorlopige ('flash') raming van Eurostat bedroeg de HICP-inflatie van het eurogebied op jaarbasis in november 2015 0,1%, en was daarmee onveranderd ten opzichte van oktober maar lager dan verwacht. Dit weerspiegelt enigszins zwakkere prijsstijgingen in diensten en industriële goederen, die grotendeels werden gecompenseerd door een minder negatieve bijdrage van de energieprijzen. Op basis van de beschikbare informatie en de huidige futuresprijzen voor olie, zal de HICP-inflatie op jaarbasis naar verwachting rond de jaarwisseling stijgen, voornamelijk dankzij basiseffecten in verband met de daling van de olieprijs eind 2014. In 2016 en 2017 zal, zo wordt voorzien, de inflatie verder aantrekken, ondersteund door onze eerdere monetairbeleidsmaatregelen – aangevuld met die welke vandaag zijn bekendgemaakt – en door het verwachte economische herstel en de doorwerking van eerdere dalingen van de wisselkoers van de euro. De Raad van Bestuur zal het beloop van de inflatie over de komende periode nauwlettend volgen.
Dit brede patroon komt ook naar voren in de in december 2015 door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied, die een HICP-inflatie op jaarbasis voorzien van 0,1% in 2015, 1,0% in 2016 en 1,6% in 2017. Vergeleken met de door medewerkers van de ECB samengestelde macro-economische projecties van september 2015, zijn de vooruitzichten voor de HICP-inflatie licht neerwaarts bijgesteld.
Wat de monetaire analyse betreft: recente gegevens bevestigen de solide groei van het ruime monetaire aggregaat (M3), waarbij de twaalfmaands groei van M3 in oktober 2015 steeg naar 5,3%, van 4,9% in september. De groei van M3 op jaarbasis blijft voornamelijk worden ondersteund door de meest liquide componenten, waarbij de groei op jaarbasis van het eng gedefinieerde monetaire aggregaat M1 in oktober uitkwam op 11,8%, vergeleken met 11,7% in september.
De kredietverstrekkingsdynamiek is zich geleidelijk blijven herstellen, een ontwikkeling die al te zien is sinds begin 2014. Het groeitempo op jaarbasis van leningen aan niet-financiële vennootschappen (gecorrigeerd voor de verkoop en securitisatie van leningen) steeg in oktober naar 0,6%, tegenover 0,1% in september. Ondanks deze verbeteringen blijven de ontwikkelingen in de leningen aan ondernemingen een gevolg van hun achterblijven bij de huidige conjunctuurfase, van kredietrisico’s en van de voortgaande balansaanpassingen in de financiële en niet-financiële sector. De groei op jaarbasis van leningen aan huishoudens (gecorrigeerd voor de verkoop en securitisatie van leningen) steeg in oktober 2015 naar 1,2%, vergeleken met 1,1% in september. Over het geheel genomen hebben de door ons sinds juni 2014 genomen monetairbeleidsmaatregelen de kredietnemingskosten voor zowel bedrijven als huishoudens en de kredietstromen in het eurogebied duidelijk verbeterd.
Kortom: een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan die van de monetaire analyse bevestigde de noodzaak van een verdere monetaire stimulans om een terugkeer van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op de middellange termijn te waarborgen.
Het monetair beleid is gericht op het handhaven van de prijsstabiliteit op de middellange termijn, en de accommoderende koers ervan ondersteunt de economische bedrijvigheid. Om echter ten volle de vruchten van onze monetairbeleidsmaatregelen te kunnen plukken, moet ook op andere beleidsterreinen een vastbesloten bijdrage worden geleverd. Gezien de aanhoudende hoge structurele werkloosheid en de lage potentiële productiegroei in het eurogebied, dient het zich voortzettende conjuncturele herstel te worden ondersteund door effectief structureel beleid. Met name maatregelen om het ondernemingsklimaat te verbeteren (waaronder het zorgen voor een toereikende openbare infrastructuur), zijn van cruciaal belang om productieve investeringen te doen toenemen, het scheppen van banen te bevorderen en de productiviteit te verhogen. Snelle en effectieve tenuitvoerlegging van structurele hervormingen, tegen de achtergrond van een accommoderend monetair beleid, zal niet alleen leiden tot hogere duurzame economische groei in het eurogebied, maar zal tevens de verwachtingen ten aanzien van permanent hogere inkomens versterken en de gunstige effecten van hervormingen sneller doen plaatsvinden, en zo het eurogebied beter bestand maken tegen mondiale schokken. Het begrotingsbeleid dient het economisch herstel te ondersteunen, maar zich daarbij te houden aan de begrotingsregels van de Europese Unie. De volledige en consistente tenuitvoerlegging van het Stabiliteits- en Groeipact is van cruciaal belang voor het vertrouwen in ons begrotingskader. Tegelijkertijd dienen alle landen te streven naar een groeivriendelijker samenstelling van hun begrotingsbeleid.
Wij staan nu tot uw beschikking voor vragen.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- [email protected]
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media