Halfjaarlijkse informatie betreffende vervalsing van eurobankbiljetten
In de tweede helft van 2011 zijn in totaal 310.000 valse eurobankbiljetten aan de circulatie onttrokken. Het totaal aantal aan de circulatie onttrokken vervalste eurobankbiljetten was daarmee in 2011 19,3% lager dan in 2010. In de tweede helft van 2011 was de hoeveelheid aangetroffen biljetten echter 4,7% hoger dan in de voorafgaande zes maanden.
In de onderstaande tabel is de halfjaarlijkse tendens in het aantal aangetroffen vervalsingen aangegeven.
Periode | 2008/2 | 2009/1 | 2009/2 | 2010/1 | 2010/2 | 2011/1 | 2011/2 |
Aantal vervalsingen | 354.000 | 413.000 | 447.000 | 387.000 | 364.000 | 296.000 | 310.000 |
In vergelijking met het aantal echte eurobankbiljetten in omloop (gemiddeld 14,4 miljard in de tweede helft van 2011) blijft het aantal vervalsingen zeer laag.
Niettemin adviseert het Eurosysteem (de Europese Centrale Bank (ECB) en de zeventien nationale centrale banken van het eurogebied) het publiek alert te blijven wanneer het bij contantgeldtransacties bankbiljetten in handen krijgt. Echte bankbiljetten kunnen gemakkelijk worden herkend door gebruik te maken van de eenvoudige VOEL-KIJK-KANTEL-methode die wordt beschreven op de europagina's van de website van de ECB en de websites van de nationale centrale banken van het Eurosysteem. Bij twijfel dient een verdacht bankbiljet direct te worden vergeleken met een biljet waarvan men zeker weet dat het echt is. Eenieder die meent een vervalst bankbiljet te hebben ontvangen, dient contact op te nemen met de politie of, wanneer dit volgens de nationale regels mogelijk is, met de betreffende nationale centrale bank.
De onderstaande tabel toont een procentuele uitsplitsing naar coupure van het totaal aantal vervalsingen die in de tweede helft van 2011 aan de circulatie zijn onttrokken.
Coupure | € 5 | € 10 | € 20 | € 50 | € 100 | € 200 | € 500 |
Aandeel in % | 0,5% | 1,0% | 47,5% | 32,5% | 16,0% | 2,0% | 0,5% |
De biljetten van € 20 en € 50 worden nog steeds het meest vervalst. Gedurende de afgelopen zes maanden is het aandeel valse biljetten van € 20 gestegen en het aandeel valse biljetten van € 50 gedaald. In de tweede helft van 2011 waren de twee coupures die het meest werden vervalst samen goed voor 80,0% van het totaal. Het biljet van € 100 was met 16,0% van het totaal de op twee na meest vervalste coupure. Het aandeel van de overige coupures (€ 5, € 10, € 200 en € 500) is zeer klein.
De meerderheid (97,5%) van de in de tweede helft van 2011 onttrokken valse biljetten werd aangetroffen in de landen van het eurogebied. Slechts ongeveer 2,0% werd aangetroffen in de lidstaten van de EU die geen deel uitmaken van het eurogebied en 0,5% in andere delen van de wereld.
Het Eurosysteem getroost zich aanzienlijke inspanningen om ervoor te zorgen dat het publiek ervan op de hoogte is hoe een vervalst bankbiljet kan worden herkend en, ten behoeve van professionele geldverwerkers, om ervoor te zorgen dat bankbiljettensorteer- en -verwerkingsmachines vervalsingen op betrouwbare wijze kunnen herkennen en aan de circulatie kunnen onttrekken.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- [email protected]
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media